Wethouder Leiden: zo kregen wij de inwoners mee in parkeervisie
De tevredenheid over het parkeerbeleid in Leiden neemt toe, blijkt uit stadsenquêtes. Zelfs in traditionele volkswijken is de waardering toegenomen voor de manier waarop het stadsbestuur omgaat met parkeren. Volgens wethouder Ashley North (Klimaat, Mobiliteit en Financiën) is dat te danken aan duidelijke keuzes, vroege participatie en het laten zien wat het oplevert.
In 2020 stelde Leiden de Parkeervisie vast, na een breed participatietraject met bewonersverenigingen, belangengroepen en andere betrokkenen. Dat proces leidde tot een integraal beleid, met ruimte voor wijkgerichte keuzes en maatwerk.
Terwijl in steden als Amersfoort en Haarlem parkeren nog steeds tot veel commotie leidt, werkt North rustig verder. Leiden bereikt haar stedelijke doelen dankzij haar parkeerbeleid. Een stille meerderheid plukt de vruchten van de ingeslagen weg.
Hoe kreeg hij voor elkaar waar veel van zijn collega-wethouders hun tanden op stukbijten? In een interview in Stadszaken geeft hij antwoord op veel vragen.
Emotie
Parkeren is emotie. Hoe heeft u dat gemerkt?
‘Dat parkeren gepaard gaat met emoties snap ik heel goed. Parkeren is iets waar mensen dagelijks mee te maken hebben. Veranderingen daarin raken mensen direct. En mensen zijn van nature terughoudend bij het idee dat ze iets kunnen verliezen.’
‘Dat het soms tot intimidatie en bedreiging leidt – ook bij ons in Leiden- snap ik dan weer niet. We willen juist zorgen voor een aantrekkelijke, toekomstbestendige stad. Daar past bij dat we ruimte maken voor groen en woningen.’
En toch heeft u die emoties in goede banen weten te leiden: veel Leidenaren staan nu achter het beleid. Hoe heeft u dat gedaan?
'Door te zeggen: ook de jongere generatie moet goed kunnen wonen. Dat we door andere regels voor parkeren veel nieuwe woningen kunnen toevoegen, terwijl de huidige bewoners recht houden op een parkeervergunning en we in Leiden fijn kunnen blijven wonen. Waar voldoende ruimte is gemaakt voor groen en andere maatregelen die de gevolgen van klimaatverandering opvangen. En daarover het gesprek met elkaar aangaan.'
‘We hebben in 2020 een integrale parkeervisie opgesteld. Daarin zijn alle belanghebbenden betrokken via gesprekken, parkeertafels en overleg met bewonersverenigingen. Die brede benadering werkte goed, omdat je dan alle belangen in de openbare ruimte afweegt.’
‘Soms betekent dat ook: even geen betaald parkeren invoeren, zoals in de Stevenshof. Daar wonen veel mensen die afhankelijk zijn van de auto. Omdat in die wijk geen nieuwe bouwplannen zijn, was regulering daar ook niet nodig.’
Zones
Dat betekent wel dat veel andere Leidenaren hun parkeerplek zien verdwijnen.
‘Beleid vraagt echt wat van iedereen. Het vraagt van mensen dat je niet altijd je auto recht voor je woning kan parkeren, een vergunning moet aanvragen of dat je wellicht kiest voor een andere manier van reizen. Maar mensen merken dat de parkeerdruk in veel wijken is gedaald. Ze vinden makkelijker een plek en zien ook hoe hun straat groener, veiliger en overzichtelijker wordt.’
‘Een belangrijk uitgangspunt was dat bewoners dichtbij huis goed moeten kunnen parkeren. Door maatregelen zoals vergunningen voor bewoners en duidelijke zones, zien we dat de waardering is gestegen: van 68 procent voor invoering naar gemiddeld 75 procent nu. Dat is echt een bevestiging dat de aanpak werkt.’
‘Maar niet alles is gelukt. We merken dat het uitleggen van het beleid complex blijft, zeker aan groepen die zich niet gehoord voelen. Sommige keuzes zijn lastig uit te leggen, zoals verschillen tussen wijken of wijzigingen in vergunningsregels. Daar moeten we beter in worden.’
Klussenbusvergunning
Ik merk in mijn gesprekken met bestuurders dat mensen met een bedrijfswagen vaak worden vergeten. Hoe gaat Leiden bijvoorbeeld om met de zzp’er in de bouw die een busje met gereedschap voor de deur parkeert?
‘Ik woon zelf in zo’n wijk, dus ik zie die busjes vaak. Ja, die moeten we niet vergeten. Daarom hebben we een klussenbusvergunning in het leven geroepen voor zzp’ers en bedrijven met minder dan zes medewerkers. Daarmee kunnen zij een hele werkdag parkeren waar nodig. Dat werkt vaak goed. Daarnaast zijn er bedrijfsvergunningen en werknemersvergunningen.'
'In wijken waar de parkeerdruk is afgenomen, ontstaat ruimte voor groepen die een auto of zo’n busje nodig hebben. Begin dit jaar leefden er zorgen bij onderwijs- en zorginstellingen over de vraag of hun medewerkers hun werk wel kunnen bereiken met de auto. We zoeken proactief contact met scholen en zorginstellingen om dat op te lossen. Door het dalen van de parkeerdruk hebben we voor werknemers de vergunningen kunnen uitbreiden.’
Gehandicaptenparkeervergunningen
Er zijn ook andere groepen die afhankelijk zijn van de auto. Mensen met een beperking bijvoorbeeld. Leiden is met alle studenten een jonge stad, maar ook hier zal de vergrijzing zorgen voor meer mensen met een beperking.
‘Een belangrijke doelstelling van het parkeerbeleid is ruimte maken voor kwetsbare groepen. We verstrekken gehandicaptenparkeervergunningen aan mensen met een beperking. Die mogen overal staan. Vanuit onze autoluwe aanpak komt ruimte vrij voor groen, maar we reserveren ook extra ruimte voor invalideplekken.'
'Wat we bijvoorbeeld een paar jaar geleden hebben gedaan als uitvoering van die parkeervisie, is alle parkeerplaatsen in onze binnenstad beschikbaar maken voor mensen met een gehandicaptenparkeervergunning.'
'Tot dan toe mochten die alleen op bezoekersplekken staan, maar nu mogen ze op bijna alle plekken staan, waardoor er de facto gewoon 1000 plekken bij zijn gekomen voor mensen met een beperking.'
Toegankelijk voor iedereen
Parkeergeld betalen of een vergunning aanvragen gebeurt vaak digitaal. Maar niet iedereen is digitaal vaardig. Hoe zorgt u dat niet alleen de stad, maar ook het systeem toegankelijk blijft?
‘We bieden verschillende manieren om bezoek aan te melden: via de app, telefonisch via de parkeerlijn of door iemand te machtigen. En mensen kunnen altijd langskomen op het Stadskantoor voor hulp.'
'Met de gemeenteraad hebben we afgesproken dat we het toegankelijk houden voor iedereen.’
'Dat geldt ook voor bezoekers. De meeste mensen komen met het ov of met de fiets naar de stad, maar voor bezoekers die met de auto komen, hebben we grote ondergrondse parkeergarages. Zoals die op de Lammermarkt, die ruim 22 meter onder het maaiveld ligt en 525 parkeerplekken telt.'
'Door deze garages kunnen we nu bezoekers vragen niet meer op de straat te parkeren. Dat schept duidelijkheid en we zorgen zo toch voor toegankelijkheid voor toeristen en dagjesmensen die graag met de auto willen komen.’
Financiën
U bent ook wethouder van Financiën. In hoeverre heeft het parkeerbeleid invloed op de gemeentelijke financiën?
‘Zonder parkeerbeleid hadden we tientallen miljoenen extra moeten investeren in onrendabele toppen. Nu kunnen we dat geld inzetten voor meer sociale huur. We halen nu 35 procent sociale huur, terwijl dat voorheen bij lange na niet lukte. Daar ben ik trots op: het lukt ons ook daadwerkelijk om die woningen te realiseren. Dat komt doordat er meer lucht zit in de businesscases.’
‘We hebben een gesloten systeem: parkeergelden worden ingezet voor mobiliteitsmaatregelen. Dit jaar hebben we ervoor gekozen om de tarieven niet te verhogen, omdat het financieel niet nodig was.'
'Tegelijkertijd hanteren we lage parkeernormen. Ontwikkelaars mogen afwijken, mits er bijvoorbeeld goede fietsvoorzieningen worden gerealiseerd. Vroeger werd alles op straat opgelost, maar nu eisen we inpandige oplossingen, juist ook voor de fiets.’
‘Het stationsgebied is zo’n plek waar we afwijken van de parkeernormen. Daar gaan we zelfs naar nulnormen. Dat betekent dat we de ruimte die je anders kwijt bent aan parkeren, kunnen inzetten voor kwalitatief betere stadsontwikkeling.’
Dialoog
Wat zijn de belangrijkste lessen die u de afgelopen acht jaar als wethouder heeft geleerd? Wat zou u collega-wethouders aanraden?
‘Begin op tijd met de dialoog. Formuleer scherp waarom je iets doet en wat het oplevert. Als dat vaag blijft, is draagvlak bijna niet te krijgen. Leef je in in je doelgroepen: bewoners, ondernemers, ouderen. Luister naar hun zorgen en benut hun expertise.'
‘Vertel vooral ook wat het hen oplevert. Wij hebben het parkeerbeleid sterk gekoppeld aan woningbouw. Vaak wordt het gekoppeld aan klimaat en duurzaamheid. Dat is ook belangrijk, maar dat spreekt niet iedereen aan.'
'Meer woningen kunnen bouwen, doet dat wel. En ja, het is complex om dat goed uit te leggen. Maar het komt neer op: parkeren is duur, en als je de normen verlaagt, kun je sneller en betaalbaarder bouwen. En met regulering voorkom je overlast voor bestaande bewoners. Zo houd je de stad leefbaar.’
‘Tot slot: houd je rug recht en zoek elkaar op. Parkeren is een emotioneel onderwerp. Maar als je het goed uitlegt en laat zien wat het oplevert, maak je echt het verschil. Zeker in verstedelijkte gebieden is dat misschien nog wel belangrijker voor de woningbouw dan geld.’
Bron: stadszaken.nl
