Nieuwsbericht

Overlast deelmobiliteit Scheveningen aangepakt met breed gedragen plan

Profielfoto van Kennisplatform CROW
18 juli 2023 | 5 minuten lezen

Je ziet ze op steeds meer plekken: deelfietsen, deelbakfietsen en elektrische deelscooters. Je huurt ze via een app, betaalt per minuut en parkeert ze als je op je bestemming bent aangekomen. Voor de transitie naar meer duurzame mobiliteit is de uitbreiding van het aanbod van deelmobiliteit voor veel gemeenten een belangrijk instrument. Delen maakt ruimte: deelfietsen en deelscooters zorgen, in vergelijking met een straat vol auto’s, voor een efficiënter gebruik van de ruimte. Daarnaast zorgt deelmobiliteit voor extra en snellere reisopties, waardoor de afhankelijkheid van de auto of de ‘tweede fiets’ afneemt - een fiets die mensen op het station parkeren om vanuit de trein naar kantoor te fietsen.

Ingenieurs- en adviesbureau Arup adviseert gemeenten over de meest efficiënte manier waarop deelmobiliteit kan worden ingericht en ingezet. Maar het bureau wordt ook regelmatig gevraagd mee te denken over het verbeteren van bestaande deelmobiliteit.

Overlast op stranddagen

In Scheveningen leidde in 2020 een golf aan elektrische deelscooters op stranddagen tot overlast voor omwonenden en andere strandbezoekers. De gemeente Den Haag – die de overstap naar deelmobiliteit aanmoedigt – heeft in het strandseizoen van 2021 maatregelen genomen die Arup in opdracht van de gemeente voor het strandseizoen van 2022 verder heeft uitgewerkt.

Zodra de zon gaat schijnen trekken traditiegetrouw duizenden mensen naar het strand in Scheveningen. Steeds vaker doen mensen dat op een elektrische deelscooter of deel(bak)fiets. Logisch: het is sneller dan een fiets en je staat er niet mee in de file. Het parkeren van deze vervoersmiddelen is bovendien gratis. Helaas zorgde de grote drukte voor overlast, voor zowel omwonenden als andere strandbezoekers. De gemeente is hier na de zomer van 2021 samen met Arup mee aan de slag gegaan. Enerzijds om de overlast te beperken en anderzijds om de bereikbaarheid van Scheveningen op peil te houden.

Sanne van Zundert, adviseur mobiliteit bij Arup en dagelijks bezig met duurzame en actieve mobiliteit: “Vroeger was er bij mooi weer veel autoverkeer richting het strand. Dat is nog steeds zo, maar nu komen de deeltweewielers erbij. Die vervangen deels de fiets en het ov, maar we zien ook dat er mensen uit de regio voor langere ritten met de deelscooter komen. Die vervangen de auto en dat is natuurlijk wat je wil. De gemeente wil deelmobiliteit stimuleren, maar tegelijkertijd de overlast reguleren.”

Servicelijn luistert nauw

De drukte resulteerde in grote hoeveelheden scooters die op een kluitje langs de boulevard stonden geparkeerd. Het zogenaamde free floating maakte het mogelijk om je scooter in principe overal neer te zetten. Toen dat later werd ingeperkt, in een eerste poging om overlast tegen te gaan, merkte de gemeente dat scooteraars hun tweewieler zo veel mogelijk aan de rand van de zogenaamde servicelijn, de grens van het parkeergebied, neerzetten; wat alsnog voor overlast op straathoeken zorgde. “Het luistert daarom heel nauw waar je die lijn neerlegt”, aldus Van Zundert.

Het beperken van free floating was een van de maatregelen die in 2021 werd getroffen. Na dat jaar werden de maatregelen uitgebreid voor de zomer van 2022. Van Zundert: “We hebben een uitgebreid plan van aanpak geschreven dat is ondertekend door de wethouder en de aanbieders van deelmobiliteit. Dat was belangrijk voor het commitment.”

Kleurcodes en parkeercoaches

In het plan werd een aantal maatregelen aangekondigd die in de zomer van 2022 werden uitgevoerd. Er werd een overlooplocatie aangewezen die bij mooi weer kon worden gebruikt voor het parkeren van deelscooters. Die locatie werd door de gemeente beschikbaar gesteld. Een kleurcode maakte duidelijk of de overlooplocatie nodig was: groen voor slecht weer, geel voor iets beter weer en oranje of rood voor een echte stranddag. 

De standaard parkeerhubs langs het strand werden vanaf kleurcode geel ’s ochtends leeggehaald door de aanbieders. Op die manier kon de maximale capaciteit gebruikt worden door de strandgangers. Verder leverden de aanbieders op drukke dagen parkeercoaches, herkenbaar aan een opvallend shirt. Die zorgden voor een gastvrije ontvangst, verwezen mensen naar de parkeerhubs of de overlooplocatie en zorgden ervoor dat de locaties netjes bleven.

“Elke week hadden we overleg met de gemeente en de aanbieders. Om terug te kijken op het afgelopen weekend en om vooruit te blikken op het komende weekend. In dat overleg bespraken we of de afspraken goed werden nagekomen en benoemden we verbeterpunten. Voor de snelle acties was er ook een WhatsApp-groep. Zo stond er een keer een Dixi op een parkeerhub, door dat te melden kon de gemeente snel handelen”, vertelt Van Zundert.

Alle maatregelen samen sorteerden effect. “De overlast was een stuk minder, de gemeente ontving een stuk minder klachten”, weet Van Zundert. “Mede dankzij het dashboard deelmobiliteit van het CROW konden we de locatie van de deeltweewielers monitoren en het bleek dat ze veel beter verspreid stonden. Bovendien werd het sowieso een stuk minder rommelig omdat het technisch onmogelijk werd om buiten de vakken te parkeren; deed je dat wel, dan bleef de meter doorlopen.”

Maatwerk bij evenementen

Eind 2022 vond wederom een evaluatie plaats waarna het plan van aanpak en de afspraken tussen aanbieders en gemeente nog verder aangescherpt werden. “Het is nu aan de gemeente zelf om het op te pakken”, geeft Van Zundert aan. Ze denkt dat maatregelen altijd nodig blijven op drukke dagen. “Als mensen het in hun hoofd hebben om naar het strand te gaan, dan gaan ze ook. De parkeercoaches zullen sowieso nodig zijn om de boel in goede banen te leiden. Verder kan ik me voorstellen dat in de apps van aanbieders nog meer informatie beschikbaar komt over waar ruimte is voor parkeren. En voor evenementen zul je maatwerk moeten leveren, bijvoorbeeld door het faciliteren van een tijdelijke hub.”

De aanpak in Den Haag kan wat Van Zundert betreft ook worden toegepast in andere steden. Toch is dat geen kwestie van kopiëren en plakken. “Het beleid voor deelmobiliteit moet zich in onze ogen richten op vijf punten. Ten eerste monitoring. Je moet weten waar de deelscooters of -fietsen staan, wie er gebruik van maakt, of er sprake is van overlast. Daarnaast is een goede samenwerking tussen de gemeente en aanbieders cruciaal. Op die manier houd je korte lijntjes en kun je snel schakelen. Het derde punt is dat je concrete en meetbare afspraken maakt, bijvoorbeeld over de klachtenafhandeling door aanbieders en over de tijd die dat het mag duren voordat een kapotte tweewieler is weggehaald. Maak de afspraken smart. Het vierde punt is maatwerk. Elke locatie kent andere omstandigheden en heeft dus andere maatregelen en afspraken nodig. Het laatste en vijfde punt is commitment, iedereen moet het eens zijn met de gemaakte afspraken. Wij denken dat het essentieel is om voor elke specifieke situatie in een gemeente opnieuw naar deze vijf punten te kijken.”

Leiden zet in op deelbakfiets

Voor de analyse werd ook het LeidenPanel bevraagd, een groep van zo’n 600 burgers die meedenkt over verschillende onderwerpen die in de stad leven. De analyse leidde uiteindelijk tot een verrassende keuze.

In lijn met de ambitie een autoluwe binnenstad te realiseren, zal een aantal parkeerplaatsen voor auto’s omgevormd worden tot stallingsplaats voor de bakfietsen. “Op die manier wordt deelmobiliteit een ruimtemaker”, stelt Van Zundert.

De hoop is dat voor het eind van het jaar van 2023 de vergunning rond is en dat er een aanbieder is geselecteerd. Verder moet nog bepaald worden hoe de parkeerplekken voor deelbakfietsen eruit komen te zien. Leiden kan hierin kiezen voor de onlangs ontwikkelde landelijke Hubidentiteit of voor een eigen stijl.

Van Zundert: “We zien in Leiden heel veel kansen voor de deelbakfiets. Die kan in onze ogen veel autoritten vervangen. Er is daarom besloten om zowel in de binnenstad als in de wijk daarop in te zetten. De gewone deelfiets zal met name ingezet worden rond ov-knooppunten en P+R-locaties. Voor de deelscooter is vooralsnog geen plek, de gemeente is van mening dat dit vervoersmiddel slecht past in een compacte stad als Leiden. Bovendien schat de gemeente in dat de deelscooter in Leiden slechts in geringe mate autoritten zal vervangen, maar juist zal concurreren met de fiets en het openbaar vervoer.”

In lijn met de ambitie een autoluwe binnenstad te realiseren, zal een aantal parkeerplaatsen voor auto’s omgevormd worden tot stallingsplaats voor de bakfietsen. “Op die manier wordt deelmobiliteit een ruimtemaker”, stelt Van Zundert.

De hoop is dat voor het eind van het jaar van 2023 de vergunning rond is en dat er een aanbieder is geselecteerd. Verder moet nog bepaald worden hoe de parkeerplekken voor deelbakfietsen eruit komen te zien. Leiden kan hierin kiezen voor de onlangs ontwikkelde landelijke Hubidentiteit of voor een eigen stijl.

Meer weten? Sanne.vanZundert@arup.com