Nieuwsbericht

Hoe verkoop je 0,5 parkeerplaats?

Profielfoto van Kennisplatform CROW
24 augustus 2021 | 3 minuten lezen

Traditioneel worden bij woningen hele parkeerplaatsen verkocht, maar bij nieuwbouw komt tegenwoordig wel eens 0,4 parkeerplaats per woning onder de streep te staan. De inwoners hebben dan bijvoorbeeld de mogelijkheid om een deelauto te gebruiken. Dit vraagt om een goede, duurzame en gebiedsgerichte visie op mobiliteit die vanaf de start van de ontwikkeling ter sprake komt, betoogt Pieter Delleman adviseur bij Spark in onderstaande blog. 

De grote woningbouwopgave dwingt ons tot creatief, maar ook efficiënt handelen. Die woningen moeten er komen en wel snel. De stad moet daarbij bereikbaar blijven en ondanks alle onontkoombare verdichting ook nog leefbaar. Het is van belang om in de snelheid er tijdig op toe te zien dat de juiste afwegingen worden gemaakt, ook als het om parkeren gaat. Want in veel nieuwe, hippe ontwikkelingen komt nog wel eens onder de streep te staan: 0,4 parkeerplaats per woning. Maar wie koopt er nu minder dan een halve parkeerplaats?

Begin met het einde voor ogen

Voor onze nieuwe stad hebben we volop kernwaarden bedacht, veelal mooi en integraal vormgegeven in een Omgevingsvisie. Daarbij zijn we goed in het stapelen van ambities. Groen, klimaatbestendig, inclusief, transparant en levendig. Maar tegelijkertijd knaagt het ontnuchterende besef: we kunnen de ruimte maar een keer uitgeven. En daarnaast: het moet wel verkocht/verhuurd kunnen worden. Dus wint de winkelruimte in de plint het van parkeren en realiseren we toch weer een parkeerstrook in de openbare ruimte voor die auto’s die we echt voor de deur moeten hebben.

Door tijdig mobiliteit en parkeren op strategisch niveau uit te werken en de consequenties uit te denken, kan innovatief bouwen wel degelijk goed lukken. Begin met het einde voor ogen, zo stelde Stephen Covey het ooit al.

Collectief eigendom

En dat proces doet soms pijn, want de werkelijkheid is nu eenmaal complex. Bijvoorbeeld: dubbelgebruik van parkeerplaatsen stelt eisen aan bereikbaarheid en beschikbaarheid. Deelauto’s vragen om andere voorzieningen dan gebruikelijk, loopafstanden worden meer reisafstanden en het toekomstig eigendom en beheer van de parkeervoorziening wordt meer een collectief vraagstuk. Aan wie verkoop je überhaupt (gemiddeld) een halve parkeerplaats?

Traditioneel worden bij een woning hele parkeerplaatsen verkocht. Maar als er één plaats per twee woningen wordt gerealiseerd met de mogelijkheid om een deelauto te gebruiken, is collectief eigendom noodzakelijk. En dat vraagt een juridische constructie met gezamenlijk eigendom en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor deelmobiliteit. Menig wooncomplex kent al de gezamenlijke fietsenstalling, dus de gezamenlijke autostalling is op zich maar een kleine stap. Met dat eindbeeld voor ogen begint een goede, gebiedsgerichte visie op mobiliteit.

Gebiedsvisie op mobiliteit

Een gebiedsvisie geeft het antwoord op de vraag waar onze eigen vervoermiddelen worden geparkeerd en die van ons bezoek. En dat is niet alleen de (deel)auto, maar ook de (bak)fiets en scooter. En niet alleen voor de korte termijn, maar ook voor de toekomst. Een duurzame mobiliteitsvisie moet daarom vanaf de start van een ontwikkeling ter sprake komen. Wij hebben goede ervaringen met gemeenten die deze visie gezamenlijk met de initiatiefnemers uitwerken in een aantal parkeerateliers en iedere keer weer de vraag stellen: hoe moet het straks gaan werken?

Als de wens is de auto terug te dringen: waar moeten de gewenste vierwielers die overblijven dan wel staan, hoe is hun bereikbaarheid gegarandeerd? Als dat in een collectieve voorzieningen op afstand is, hoeveel gaan de plekken dan kosten voor de ontwikkelaar, woningbouwcorporatie of toekomstige gebruiker?

Meer dan een parkeerbalans

De parkeerbalans, het instrument om gevoel te krijgen voor aantallen, is dan niet meer alleen voldoende. De berekende parkeereis moet vertaald worden naar een mobiliteits- en parkeerconcept. Er moet inzicht komen in hoeverre de verschillende vervoersmodaliteiten op elkaar aansluiten en welke parkeermogelijkheden er (binnen of buiten het gebied) een plek moeten vinden?

Hoe het dubbelgebruik ook in de toekomst kan worden gegarandeerd? En hoe de gemaakte afspraken uiteindelijk gaan landen in juridische en organisatorische structuren en in verkoopdocumentatie van de woning voor toekomstige bewoners? Want alleen dan wordt duidelijk wie verantwoordelijk is dat die 0,5 parkeerplaats daadwerkelijk voor de beoogde gebruiker beschikbaar is en ook gebruikt gaat worden.

Dit artikel is geschreven door Pieter Delleman, adviseur bij Spark en co-auteur van het boek ‘Parkeren in het Ruimtelijk domein‘. De oorspronkelijke versie van het blogartikel werd gepubliceerd op verkeersnet.nl. Afbeelding Jeroen Mul