Week van de toegankelijkheid en parkeren

Van 6 tot 12 oktober is het de week van toegankelijkheid. Parkeren is voor veel mensen met een beperking vaak een uitdaging. De parkeerplaats is te smal of er staan winkelwagentjes in de weg.
CROW heeft daarvoor voldoende richtlijnen opgesteld.

Parkeerplaatsen voor mensen met een mobiliteitsbeperking

In de ASVV staan richtlijnen voor de locatie, uitvoering en maatvoering van algemene parkeerplaatsen en de situering van aangepaste parkeerplaatsen voor mensen met een mobiliteitsbeperking (langsparkeren, haaks parkeren en gestoken parkeren). https://www.crow.nl/kennisproducten/asvv-2021/

Inrichtingskenmerken

• Toepassing bord E6.
  
• Vakaanduiding en kruismarkering op het wegdek in wegenverf.
• Voor extra attentie in verband met het tegengaan van oneigenlijk gebruik eventueel een pictogram plaatsen of het vak in een afwijkende kleur bestraten. Het pictogram moet zodanig geplaatst zijn, dat het vanaf de rijbaan nog zichtbaar is wanneer er een voertuig geparkeerd staat.
• De restruimte op parkeerterreinen gebruiken; dit beperkt een inefficiënt terreingebruik door gehandicaptenparkeerplaatsen.
• Vaak is het mogelijk op parkeerterreinen van drie normale parkeerplaatsen twee gehandicaptenparkeerplaatsen te maken.
• Vrije uitstapstrook naast parkeervak. In sommige gevallen kan de manoeuvreerruimte samenvallen met een looproute of een deel van de rijbaan, mits deze hiervoor veilig gebruikt kan worden. Dit laatste is niet het geval bij doorgaand verkeer, maar bijvoorbeeld wel in een verkeersluw gebied, aan het uiteinde van een doodlopende parkeerplaats of in een voetgangersgebied.

Maatvoering

• Algemene parkeerplaats voor mensen met een mobiliteitsbeperking
  • langsparkeren ≥ 3,5 × 6,0 m (extra lengte parkeervak ≥ 1,5 m)
  • haaksparkeren ≥ 3,5 × 5,0 m
  • Bij een algemene gehandicaptenparkeerplaats wordt altijd een op- en afrit gesitueerd met een minimumbreedte van 1,2 m en een maximumhelling van 1 : 10
• Individuele parkeerplaats voor mensen met een mobiliteitsbeperking (op kenteken)
  • -langsparkeren ≥ 3,5 × 6,0 m (extra lengte parkeervak ≥ 1,5 m)
  • -haaks parkeren ≥ 3,5 × 5,0 m

Aantal parkeerplaatsen voor mensen met een mobiliteitsbeperking

• Minimum van 5% bij publieke voorzieningen
• 1 op 50 voor grote (openbare) parkeerterreinen en -garages

Situering parkeerplaatsen voor mensen met een mobiliteitsbeperking

• Gebouwgebonden gehandicaptenparkeerplaatsen zo dicht mogelijk bij de entree situeren, bij voorkeur ≤ 50 m
• Gehandicaptenparkeerplaatsen in parkeergarages zo dicht mogelijk bij stijgpunten of een toegankelijke uitgang situeren, bij voorkeur ≤ 25 m
• Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen evenredig verdelen (over een stad)
• Parkeerplaatsen en -automaten zijn toegankelijk via looproutes

Parkeermeters en -automaten

• Gebruiksruimte vóór meter of automaat ≥ 2,1 × 2,1 m, drempelloos bereikbaar
• Bedieningselementen van parkeermeter of -automaat bevinden zich tussen 0,9 en 1,2 m
• Informatie bij parkeermeter of -automaat bevindt zich op een hoogte tussen 1,4 en 1,6 m

Visuele informatie

• Parkeerplaats aanduiden met verkeersbord E6
• Parkeerplaats aanduiden met witte kruismarkering (als extra attentie voor het tegengaan van oneigenlijk gebruik, eventueel pictogram plaatsen met rolstoelsymbool van > 0,30 x 0,30 m of het vak in afwijkende kleur bestrating)
• Indien de manoeuvreerruimte naast en achter de auto samenvalt met de rijbaan of een looproute, deze bij voorkeur als zodanig herkenbaar maken (bijvoorbeeld met markering)